scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Achtergrond: Sentul - Indonesië

Gepubliceerd op 08 februari 2006 door Niels Hendrix

Willem de derde, Keizer van 't prachtig rijk van Insulinde, dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd... Aan U durf ik met vertrouwen vragen of 't uw keizerlijke wil is: ...dat daarginds Uw meer dan dertig miljoen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam?

Multatuli.

Sentul is het volgende hoofdstuk in de A1GP geschiedenis. Na het hoofdstuk Durban in gouden letters bijgeschreven te hebben is het heel goed mogelijk dat wij Sentul in watervaste inkt mogen memoreren. De regio waar de karavaan ditmaal haar tenten opslaat geldt als de natste van Indonesië. Met een gemiddelde neerslag van 239 mm over de maand februari lijkt het mij toch aannemelijk dat wij deze keer de regensloffen onder wagen kunnen monteren. De baan schijnt breed genoeg te zijn om glibberende en glijdende wagens te omzeilen, dus niets staat Jos in de weg om wederom vanuit het achterveld naar voren op te stomen. Hoewel het natuurlijk voor de gezondheid wenselijker is dat hij nu eens een keer het hele weekend gewoon vooraan staat en de problemen uit de weg gaat.

 

Foto

Het Sentul racing circuit is gebouwd op initiatief van de zoon van de toenmalige dictator president Suhartu. Opvallend overigens hoeveel "zonen van" via de sport een wit voetje hoopten te halen bij de bevolking. Uday Hoessein bijvoorbeeld martelde het liefst het nationaal voetbalteam, de zoon van Ceausesceau wilde via het voetbal en volksheldin Nadia Comaneci populair zijn, de zoon van Stalin haalde aan het einde van de Tweede Wereldoorlog alle Audi "Silberpfeile" weg uit Duitsland om hiermee een eigen team te beginnen en onze eigen WimLex tenslotte knuffelde het complete dameshockeyteam en beroerde de billen van Yvonne van Gennip. Het was de bedoeling dat de baan na Japan het tweede F1-circuit in Azië zou worden. Sepang was toen nog niet gebouwd. In 1994 was de bouw van het circuit gereed, maar de economische crisis in Azië verhinderde een mogelijk debuut in de F1. Na de crisis was het circuit naar de strenge maatstaven van de FIA alweer ongeschikt voor F1 races. Bovendien lag in Maleisië een hypermodern Tilke-circuit.

Tegenwoordig worden er voornamelijk de Aziatische F3 races verreden en wat motorraces. Net als in Durban is men hier niet bepaald verwend met races op hoog niveau. En net als in Durban is men hier hartstikke maf van alles wat een snelle motor heeft. De belangstelling voor de A1GP is dan ook heel erg groot. Maar het moet gezegd worden dat de organisatie er alles aan doet om de race onder de aandacht van de liefhebbers te brengen. En hun inspanningen lijken te worden beloond, de belangstelling is massaal en dat wordt vertaald in meer dan 1 miljoen hits op hun website. Het ziet er naar uit dat de A1GP wederom voor een uitverkocht huis haar kunstjes mag vertonen.

 

Foto

Indonesië kan wel een succesje gebruiken, hoe klein het ook is, na de ongeregeldheden rond de cartoons. In een tijd waarin om een paar spotprenten mensen worden vermoord en ambassades in brand gestoken is het misschien goed om er bij stil te staan dat in de A1GP alle kleuren en geloven dwars door elkaar heen met elkaar samenwerken. Men wordt afgerekend op zijn prestaties, niet op geloof of huidskleur. Het was mede dankzij de bereidwillendheid van team India dat Nederland kon winnen in Durban. Het was de reserverijder van Italië die voor Pakistan inviel. Misschien is het eens goed om in deze rare tijden bij deze dingen stil te staan.

 

Foto

Indonesië is nog geen vijftig jaar onafhankelijk. Binnen de landsgrenzen zijn er verschillende groeperingen die de onafhankelijkheid nastreven of uit andere motieven het gezag niet erkennen. Het is een normaal proces voor een land dat nog zo pril is. Ik wil het nu niet hebben over de problemen waar het land mee te kampen heeft. Ik wil het nu niet hebben over de corruptie die zo verankerd is in de samenleving dat het een vast onderdeel van de economie is geworden. Ik wil het hebben over de schoonheid die het land te bieden heeft. De vriendelijkheid van de mensen die ons de kroepoek en de Pasar Malam hebben gegeven. De schoonheid van de mensen die mij mijn buurmeisje gegeven heeft. En niet te vergeten het vele exotische fruit dat daar groeit en bloeit. De pitahaya, carambola, mangistan, de vele soorten meloenen en de verschillende soorten bananen. En de doerian, de goddelijke doerian. Een vrucht die door zijn zwavelverbindingen verschrikkelijk stinkt. Maar wie hem eenmaal geproefd heeft weet hoe hemels hij smaakt. Een beetje als Indonesië, laat je niet afschrikken door de buitenkant, maar neem er eens een hapje van.

Sjef