Beperking radioverkeer geschrapt, halo niet voor 2018
Gepubliceerd op 28 juli 2016 door Johan Peeters
De Strategy Group van de Formule 1, bestaande uit uit FIA-preses Jean Todt, Formule 1-baas Bernie Ecclestone en vertegenwoordigers van Mercedes, Ferrari, Red Bull Racing, McLaren, Force India en Williams, heeft besloten dat de beperkingen in het radioverkeer tussen team en rijder per direct komen te vervallen. Dat heeft de internationale autosportfederatie FIA donderdagavond laten weten.
De radioban die aan het begin van dit seizoen werd ingevoerd, is afgeschaft op verzoek van de teams en de commerciële rechtenhouder van de sport. Vanaf nu zijn er geen beperkingen meer wat betreft het radioverkeer tijdens de races in de Formule 1. Het verbod blijft echter wel van kracht in de periode tussen de opwarmronde en de start.
Verder kwam de Strategy Group tot de conclusie dat de invoering van een vorm van cockpitbescherming minimaal een jaar uitgesteld wordt. De halo, al maanden onderwerp van gesprek in de Formule 1, zal in 2017 niet op de auto's te zien zijn volgens Bernie Ecclestone tegenover de BBC: "We moeten dit nader bekijken. Er waren voor- en nadelen, maar er waren niet veel positieve aspecten aan", aldus de grote baas van de Formule 1.
In een verklaring laat de FIA weten dat het de bedoeling is om in 2018 wél een vorm van cockpitbescherming te introduceren in de sport. Het is de bedoeling dat in de eerste maanden van het seizoen 2017 de halo meerdere keren op het circuit getest zal worden, onder meer tijdens vrije trainingen. "Een extra jaar van ontwikkeling kan resulteren in een nog completere oplossing", aldus de autosportfederatie. “De halo is een ‘sterke optie’ voor 2018.”
Verder is er een akkoord bereikt over staande starts onder natte omstandigheden. Deze verandering gaat naar verluid per direct in. Vanaf de Duitse Grand Prix rijden de coureurs onder natte omstandigheden eerst enkele ronden achter de safety car om de situatie te kunnen beoordelen. In plaats van een rollende start achter de safety car gaan de auto’s naar hun eigen startplek op de startopstelling. Daarna vindt een normale start plaats.
