scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Interview met Max over zijn seizoen en racestarts

Gepubliceerd op 10 augustus 2015 door Niels Hendrix

Sinds zijn aankondiging als jongste coureur in de geschiedenis van de Formule 1, heeft het debuutseizoen van Max Verstappen in de koningsklasse van de autosport onder een vergrootglas gelegen. Tot dusver heeft de Nederlandse tiener zich in de spotlights uitstekend staande gehouden. Met de eerste tien Grands Prix achter de rug neemt de 17-jarige Scuderia Toro Rosso-coureur de tijd om met de officiële F1-website bij te praten.

De overstap naar F1 lijkt je gemakkelijk te zijn afgegaan, maar waar heb je het meeste aan moeten wennen? Max: “Gewoon het elke raceweekend begrijpen van de auto. Ik heb niet veel ervaring op de circuits buiten Europa, dus dat is ook een groot punt. Het team helpt me veel. Het gaat erom ervaring te krijgen, bijvoorbeeld met de fases van de kwalificatie: hoe je het maximale uit de banden haalt en de afstelling van de auto in Q1, Q2 en Q3.”

Voorafgaand aan het seizoen was er veel kritiek op je leeftijd. Hoe sta je daar nu in qua druk en verwachtingen? “Ik ervaar niet meer of minder druk. Om eerlijk te zijn heb ik nooit veel druk gevoeld, ook niet in het begin van het jaar. De eerste twee races doe je het iets voorzichtiger met inhalen, omdat je races wilt uitrijden om ervaring op te doen. Naarmate je meer vertrouwen in de auto krijgt, kun je gewaagdere inhaalmanoeuvres doen en ik denk dat dit alsmaar beter gaat.”

Geeft je vader je nog veel advies? “Jos heeft me al vanaf jongs af aan veel advies gegeven. Hij is erbij om tips te geven en me te vertellen dat het ‘een goede dag is, maar te blijven verbeteren, blijven werken met het team’. Hij weet hoe het werkt. Hij is er altijd als stimulans.”

Je bent halverwege je eerste seizoen. Vind je racen in de F1 nog net zo opwindend? “Natuurlijk! Dit is waar ik altijd heb willen zijn.” Er wordt veel gesproken over het verbeteren van de Formule 1. Wat denk jij daarover? “Ik denk dat het geluid verbetering nodig heeft en misschien wat meer downforce op de auto. Als je normaalgesproken over ‘F1’ begint, noemen mensen het geluid. Nu hebben we F1, maar zonder lawaai. Ik denk dat het bij F1 hoort: wij zouden het meeste geluid moeten maken van alle auto’s, niet de GP2-auto’s.”

De STR10 lijkt een erg goede auto te zijn… “Onze auto is erg goed, heel prettig om te rijden. We komen snelheid te kort op de rechte stukken, maar dat is hoe het is en we proberen er het beste van te maken.”

Vanaf de GP van België zijn er veranderingen rondom de startprocedure en mag er minder radioverkeer met het team zijn. Maak je je daar druk om? “Nee, helemaal niet, dat is voor iedereen hetzelfde. We passen ons gewoon aan de regels aan. Ik vind dat prima.”

Over starts gesproken, als je op de grid staat te wachten tot de lichten uitgaan, heb je dan een plan in je hoofd? “Nee, het is altijd anders, dus ik heb niet echt een plan. Ik bekijk wel races van voorgaande jaren, om een idee te krijgen waar in een bepaalde situatie heen te gaan. Over het algemeen hoop je een goede start te maken en probeer je vanuit daar te anticiperen op wat er voor je gebeurt.”

Hoe makkelijk is die startprocedure? “Helemaal niet makkelijk. Je moet het juiste toerental vinden, de juiste positie van het pedaal en je moet een goed reactievermogen hebben. Daarna moet je de wielspin controleren, dus het is niet zo eenvoudig.”

Toen je de F1 in kwam, had je nog geen rijbewijs… “Nog steeds niet…” …dus wat zijn je plannen? “Als ik achttien word, doe ik mijn rijexamen. Ik ben geslaagd voor de theorie, maar moet tot mijn achttiende wachten voor ik het praktijkexamen mag afleggen. Hoe dat zal gaan? Ik weet het niet. Misschien ben ik wel iets te snel op de wegen!”

En hoe gaat het met school? “Dat is een wat moeilijk verhaal. Dit was eigenlijk mijn laatste schooljaar, maar ik denk dat je maar één keer de kans krijgt om F1 te rijden, dus school afronden kan altijd nog. Maar hopelijk hoef ik nooit terug. Ik haatte het!”