scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Achtergrond: Max en Jos Verstappen

Gepubliceerd op 21 november 2005 door Niels Hendrix

Jos Verstappen: "Als je zelf aan de top hebt gestaan, kun je je eigen sportende kinderen veel beter voorbereiden op wat komen gaat."

Hij zou een heleboel redenen kunnen bedenken om er niet in te stappen. Hij zou zijn zoon kunnen wijzen op de machtspelletjes die in zijn wereld veelal draaien om geld. Hij zou hem kunnen waarschuwen voor een chaotisch leven. Voor de duizenden nachten in verre hotelkamers, de ontelbare vlieguren en de misselijkmakende jetlags. Hij zou hem kunnen waarschuwen voor genadeloze journalisten die zijn hele doen en laten onder een vergrootglas zullen leggen. En dan is er nog het gevaar. Hij zou zijn zoon kunnen inpeperen dat papa en mama zielsveel van hem houden en hem daarom niet willen overleveren aan de grillen van de autosport. Alle argumenten om zijn zoontje Max een andere richting op te sturen wegen voor Jos Verstappen niet op tegen dat ene principe: "Als ouder heb je de plicht om je kind te steunen. Max vindt het fantastisch om te racen. Wij dwingen hem nergens toe. Hij wil het zelf zo graag. We moeten hem zelfs afremmen, bewust af en toe een weekje overslaan. Daarna is hij des te fanatieker."

Max is acht en lijkt in de wieg gelegd om in de voetsporen te treden van zijn snelle vader. Overal waar hij met zijn kart aan het vertrek komt, wint het joch met sprekend gemak. Vader Jos vindt het geweldig, ook al omdat hij een kopie van zichzelf ziet rondrijden. "De manier waarop hij inhaalt, zijn inzicht, de gedrevenheid die hij uitstraalt: het is precies zijn vader. Alleen rijdt hij eleganter. Ik was in mijn kindertijd veel wilder op de baan."

 

Foto


Jos Verstappen wil zijn zoon niet in een keurslijf dwingen. Hij moet in de eerste plaats kind blijven. Thuis in Maaseik met de vriendjes spelen is op dit moment minstens zo belangrijk als een goed gevulde trofeeënkast. En zijn prestaties op school krijgen evenveel aandacht als zijn vorderingen op de baan. Desalniettemin staat het leven van Max nu al in het teken van een hoger doel. Hij wil zijn vader aflossen op het hoogste podium van de autosport. Zoals Damon Hill die in de voetsporen trad van vader Graham, Jacques Villeneuve die de opvolger werd van de in Zolder verongelukte Gilles Villeneuve en Nico Rosberg die volgend seizoen in de Formule 1 debuteert als de zoon van voormalig wereldkampioen Keke Rosberg.

"Max is daar heel serieus in. Hij ziet zichzelf ooit in een Formule 1 auto rijden. Omdat hij daarmee is opgegroeid, is dat voor hem vanzelfsprekend. Weet hij veel hoe moeilijk het is om zo ver te komen? Toch denk ik dat hij zijn droom kan waarmaken. Hij is vier jaar eerder begonnen met racen dan ik. Ik was al acht toen ik voor het eerst achter het stuur kroop. Daardoor heeft Max nu al een geweldige voorsprong. Hij heeft talent, de juiste instelling en niet onbelangrijk in de Formule 1: door mijn eigen loopbaan hebben we in die wereld veel contacten."

 

Foto

(foto: Bas Kaligis RaceXpress.nl)

Ook al zegt Verstappen de kerk in het midden te willen houden, hij doet er alles aan om zijn oogappel maximaal te laten presteren. Zo trekken ze geregeld naar buitenlandse circuits voor testritten en is het materiaal waarmee Max de maat neemt van zijn leeftijdsgenoten van de beste makelij.
"Materiaal zegt niet alles. Het gaat erom wat je ermee doet. Door mijn ervaring weet ik hoe een motor afgesteld moet worden. Dat kan een seconde per ronde schelen. Natuurlijk profiteert Max daarvan, maar het is voor hem ook de perfecte leerschool. Spelenderwijs bereid ik hem voor op wat komen gaat. Het is prachtig om hem in de race dingen te zien doen die we van tevoren hebben besproken."

Van druk heeft Max Verstappen vooralsnog geen last, zegt de vader, die op zijn beurt een olifantenhuid heeft voor de jaloezie bij de concurrentie. "Wij worden met argusogen bekeken, maar laat ze maar lullen. Het heeft me nooit geïnteresseerd wat anderen over me denken. Ik heb er hard voor moeten werken om zo ver te komen en dat zal Max ook moeten doen."

© Patrick Delait, uit het Limburgs Dagblad van zaterdag 19-11-2005

Jo Vleugels