scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Geniale racelegende John Cooper overleden

Gepubliceerd op 25 december 2000 door Dennis Visser

Op Kerstavond overleed op 77-jarige leeftijd de junior helft van de fameuze Cooper vader en zoon combinatie die aan het begin van de vijftiger jaren een ware technische revolutie in Grand Prix racen ontketenden. De vader van John Cooper, Charles, was een hard werkende industrieel die zijn liefde voor de autosport met werken combineerde. Zijn zoon werkte eerst als leerling gereedschapsmaker in één van de bedrijven van zijn vader. Gezamenlijk werden er 500 cc motorfietsen gebouwd die speciaal ingezet werden voor heuvelklims. Dit was de basis voor de Cooper race en auto business.

In 1948 werd er al een Formule 3 wagen met een 500 cc motorfietsmotor geïntroduceerd die elke aspirant coureur kocht om mee te gaan racen. Stirling Moss, Peter Collins, Harry Schell, Stuart Lewis en zelfs een jeugdige Bernie Ecclestone waren al vroeg klanten van Cooper. Onder leiding van John Cooper werd het bedrijf steeds krachtiger en breidde men uit naar het internationale racen. Daar vloeide de Formule 2 wagen met een Bristol uit voort, maar de echte doorbraak kwam in 1958 toen Stirling Moss, die voor het team van Rob Walker de Grand Prix van Argentinië wist te winnen.

In vergelijking met vandaag waren de Coopers primitief, al het onnodige werd door Cooper achterwege gelaten. In de werkplaats in Zuid-Londen brandde bijna geen licht en het personeel was sterk onderbetaald maar bleef John Cooper altijd trouw. Hoewel vader en zoon Cooper vaak ruzie hadden waren zij het er in 1958 over eens dat Jack Brabham de coureur voor hun Formule 1 team moest worden. Toen Brabham later met zijn eigen team (het team dat later door Bernie Ecclestone werd overgenomen) uitkwam, wist hij twee keer het wereldkampioenschap te winnen.

In het begin van de zestiger jaren raakte Cooper uitgerangeerd door nieuwkomers zoals Colin Chapman. Daar kwam nog bij dat John Cooper in 1963, toen hij in een prototype Mini Cooper reed, een zeer zwaar ongeluk had. Het duurde een aantal maanden voor hij weer op de been was, en in de tussenliggende tijd werd Ken Tyrrell verantwoordelijk voor het raceteam. Toen besloot John Cooper zich terug te trekken en verkocht zijn bedrijf. Na deze overname deed het team het met rijder John Surtees, die in een Cooper-Maserati reed, goed. Surtees werd door Pedro Rodriguez opgevolgd die in 1967 de Zuid Afrikaanse Grand Prix won. Diezelfde zomer werd Ron Dennis monteur bij het team.

De fameuze Mini Coopers waren trendsetters van de jaren zestig. Behalve dit feit was Cooper één van de eerste teams die de motor achterin het chassis monteerden, een trend die tot op de dag van vandaag natuurlijk nog steeds geldt.