scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Historie van Red Bull Racing. Deel 2: Het mislukte avontuur van Jaguar

Gepubliceerd op 10 augustus 2017 door Julien Lemmen

Al ruim een jaar rijdt Max Verstappen bij Red Bull Racing, één van de topteams in de Formule 1. Ontstaan uit Stewart en Jaguar, heeft Red Bull Racing sinds haar entree in de Formule 1 in 2005 vier maal de wereldtitel veroverd en al 53 overwinningen gevierd. Er ging echter heel wat vooraf aan al het succes. In vijf delen blikken wij uitgebreid terug op de historie van het team uit Milton Keynes. In deel twee het mislukte avontuur van Jaguar.

Na twee lastige beginjaren heeft het team van Stewart-Ford een succesvol 1999, met als kers op de taart de overwinning van Johnny Herbert in de Grand Prix van Europa. Ford, dat sinds de oprichting van Stewart Grand Prix in 1996 al een flinke vinger in de pap heeft, besluit in het najaar van 1999 om het team over te kopen van vader en zoon Stewart en doopt het om tot Jaguar, een zustermerk van het Amerikaanse bedrijf. Als nieuwe kopman wordt Eddie Irvine aangetrokken. De vice-kampioen van 1999 wisselt van stoel met Rubens Barrichello, die op zijn beurt de plek van Irvine bij Ferrari inneemt. Johnny Herbert blijft aan voor zijn laatste seizoen in de Formule 1. Het debuutjaar van Jaguar loopt uit op een deceptie. Irvine scoort met een vierde plaats in Monaco en een zesde plaats in Japan slechts vier punten. Teamgenoot Herbert blijft staan op de hatelijke nul.

In 2001 gaan de zaken erop vooruit, al is het slechts gering. Irvine wordt ijzersterk derde in Monaco, het eerste podium voor het team. Luciano Burti neemt de eerste vier races plaats in het tweede zitje, alvorens Pedro de la Rosa het seizoen afmaakt en keurig drie punten weet te sprokkelen. Met negen punten wordt Jaguar achtste in het constructeurskampioenschap.

Het daaropvolgende seizoen lijkt het team meer achteruit te zijn gegaan dan vooruit. Met veel geluk worden er in de openingsrace drie punten gescoord, maar dat kan niet verhullen dat de Jaguar R3 veel te langzaam is en voornamelijk in de achterhoede opereert. Pas in de tweede seizoenshelft wordt er met veel nieuwe updates weer progressie geboekt, resulterend in een prachtig podium voor Irvine in Monza. Teamgenoot de la Rosa weet het hele jaar niet in de top zes te eindigen en wordt de laan gewezen.

Het seizoen 2003 wordt aangevangen met een geheel nieuw rijderskoppel, aangezien Irvine met pensioen gaat. Met de talentvolle jongelingen Mark Webber en Antonio Pizzonia heeft Jaguar een veelbelovende line-up. De Australiër maakt de verwachtingen meer dan waar met sterke optredens in de kwalificatie en talloze puntenfinishes. Pizzonia weet echter geen potten te breken en moet halverwege het seizoen puntloos het toneel verlaten. Als vervanger wordt Justin Wilson aangetrokken, op dat moment nog de teamgenoot van Jos Verstappen bij Minardi. De Engelsman heeft echter ook moeite om Webber het vuur aan de schenen te leggen en scoort slechts één punt. Met achttien punten en de zevende plek in het kampioenschap lijkt Jaguar de weg omhoog weer te hebben gevonden.

In 2004 kan Jaguar de stijgende lijn niet voortzetten. Al snel blijkt dat het team wederom een teleurstellende wagen heeft geproduceerd. Webber weet de R5 in Maleisië nog wel op de eerste startij te kwalificeren, maar eindigt in het hele jaar slechts één maal in de top zes. De onervaren Red Bull-junior Christian Klien scoort met een zesde plek op Spa zijn enige punten van het seizoen. Met slechts tien punten blijkt het seizoen wederom een teleurstelling. Ford heeft genoeg gezien van de Formule 1 en doet het team in de verkoop. Red Bull, dat in 2004 met Klien al een link heeft met Jaguar, besluit toe te happen en koopt het team, dat vanaf  2005 verder door het leven zal gaan als Red Bull Racing. Daarover meer in de komende delen.

Klik hier om het eerste deel te lezen.